In de Kerstnacht hebt u ons toch kunnen horen spelen, helemaal volgens wat mogelijk was. We mochten met 2 muzikanten bij elkaar spelen en met meer als je tot dezelfde huishouding behoorde en dat is ook gebeurd. Wieke, Richtsje, Gosse, Corine, Renze (allemaal De Boer), Mirjam (Bronsema), Johan (Wedzinga) en Sjoukje (Postma) waren steeds per 2 op pad, waardoor u de muziek soms stereo hebt kunnen horen. Maar deze traditie kon in elk geval door gaan. Ik weet niet of dit 100 jaar geleden, bij de oprichting dus van het muziekkorps, direct al is gedaan, maar het is inmiddels een prachtige traditie en we zullen het nu wel doorzetten neem ik aan.

Graag wil ik nog wat noemen in verband met het 100 – jarig jubileum. De muziek die nu gespeeld wordt is toch wel wat anders dan toen. In onze divisie (de vijfde) valt het gelukkig nog wel wat mee, maar met name in de hogere divisies en dan vooral in de Kampioensdivisie is de muziek in het algemeen veel technischer geworden. Er wordt op dat punt veel meer van de huidige muzikant gevraagd. Nu is de opleiding tegenwoordig ook veel beter. De jeugd krijgt les van een muziekleraar en leert daarbij de kneepjes van het vak. Vroeger leerde je de muziek meestal van een vaak al wat oudere muzikant of van een familielid die ook muzikant was. Ik heb het geleerd van mijn vader en veel oudere muzikanten zullen dat herkennen. En dan leerde je eigenlijk alleen hoe je een toon uit je instrument kreeg, wat de benaming van de noten was, wat een mol of kruis betekende, hoe de lengte van de noten was en welke ventielen je in moest drukken om er een bepaalde noot uit te krijgen. Maar aan theorie werd verder niet veel of niets gedaan, ook niet aan hulpgrepen en ook niet aan technische dingen zoals tongslag. Met tongslag leer je hoe je heel snel een aantal tonen achter elkaar kunt laten klinken en dat heb je op het niveau van de hogere divisies zeker nodig. En er wordt nu eigenlijk altijd gewerkt met gediplomeerde dirigenten. Dat klinkt u allemaal misschien wat vreemd in de oren, maar een muzikant zal de termen begrijpen.  Maar er blijft gelukkig ook altijd tijd over voor echt ontspannen dingen zoals het spelen bij de intocht van Sinterklaas en bij andere dorpsactiviteiten.

Nog een interessant feitje : in 1921 was de contributie 15 cent per repetitie.  Dit soort feitjes en nog veel meer over onze geschiedenis staat op onze totaal vernieuwde website. Dus, als u tijd hebt of er in geïnteresseerd bent, kijk daar dan eens op, www.brassbandhalleluja.nl.

Ik denk dat de vooruitgang wat te vergelijken is met sport. Dat gaat in het algemeen nu ook veel sneller dan 100 jaar geleden, er wordt meer getraind, de velden zijn beter en er staat, zeker voor de selectie van het eerste team, meestal een gediplomeerde trainer.

Een overeenkomst met sportverenigingen zal ook zijn dat bij ons de nazit na de repetitie erg belangrijk en gezellig is en bij sport zit je meestal nog even plezierig na in de kantine. Dat kan nu dus allemaal niet, maar er komen weer tijden waarbij dat wel weer kan.

Er is eigenlijk ook geen muziekkorps meer dat leert te marcheren. Dat is een apart vak geworden dat alleen nog wordt gedaan door show- en muziekkorpsen die daar speciaal voor zijn opgeleid. En dat moeten we ook maar zo houden (vind ik).  Wij komen als muzikanten beter tot ons recht als we een kerkdienst begeleiden, tijdens concerten en op de pakjes- en feestkar bij feestelijke gelegenheden in het dorp.

Bovenstaande foto is uit een wat minder oude doos. Herkent u de muzikanten ? Gelukkig spelen veel ervan nog steeds in ons muziekkorps.